Tentdak 0000.0011

 

        Literatuur

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Tentdak": blz. 136, 456

- Wattjes, J.G., Constructie van gebouwen. Deel 9: Eenvoudige dakconstructies en dakbedekkingen. Amsterdam (Kosmos), 1930voorwoord\3e druk (is serie in 10 delen)(1e en 2e druk waren serie in 4 delen). [335 blz. ISBN -]. Hierin: (het schilddak komt op veel plaatsen in verband met de constructie terloops aan de orde), o.a. blz. 3 (§ 1. Eenvoudige dakvormen. Tentdak: "(F[rans] toiture en pavillons, comble en pavillon, - D[uitsch] Zeltdach, - E[ngelsch] pyramidal roof". Ook de meer torenspits-achtige vormen worden hieronder gerekend: "Is de plattegrond een regelmatige veelhoek of een cirkel en het dak een regelmatige pyramide of een kegel, dan spreekt men eveneens van een tentdak")